Je bent nu op de pagina waarop ik iets over mijzelf vertel.

Zo zie ik er dus echt uit. Wel een beetje anders dan mijn zelfportret, maar ik kan dan ook niet zo goed tekenen…

 

Ik ben geboren in Haarlem. Van mijn zesde tot mijn twaalfde jaar ging ik naar de Bloemendaalse Schoolvereniging in Bloemendaal en van mijn twaalfde tot mijn achttiende zat ik op het Kennemer Lyceum in Overveen. Na mijn opleiding voor onderwijzeres, ging ik psychologie studeren aan de Universiteit van Amsterdam.

In 1964 trouwde ik en kreeg drie kinderen. Toen die uit de luiers waren, ben ik part-time gaan werken op een basisschool in Leersum.

Behalve zo nu en dan een opstel in opdracht van een leraar Nederlands, had ik nog nooit echt geschreven. Dat kwam pas toen de kinderen van groep 8 iets anders wilden dan de gebruikelijke musical aan het eind van het schooljaar. Ik stelde voor om een toneelstuk voor ze te schrijven. Het toneelstuk was een succes en in de jaren die volgden, schreef ik telkens een nieuw stuk dat dan weer werd opgevoerd. Totdat een moeder van een leerling zei dat ik die toneelstukken eens op moest sturen naar een uitgever. Dat was het begin van mijn schrijverscarričre...

Terug naar beginpagina

Terug naar

8+ pagina

Terug naar de 12+ pagina

Naar e-mail pagina

Naar de nieuwspagina

Terug naar de

Young Adult

pagina

Terug naar

10+ pagina

Hoe word je schrijver?

 

Er zijn allerlei manieren. Sommige mensen gaan schrijven na een studie Nederlands. Anderen beginnen in de journalistiek en gaan van daaruit boeken schrijven. Maar het kan ook heel anders. Ik heb geen enkele opleiding gehad in die richting. Wat ik wel heb gedaan is heel veel lezen. Vanaf dat ik een boek vast kon houden, las ik. Het liefst jongensboeken, want vroeger was er nog een duidelijk verschil tussen jongens– en meisjesboeken. Geen romantisch gezwijmel voor mij, maar avonturenboeken, boeken waarin iets gebeurde!

Dat lezen heeft mij gevoel voor taal gegeven en ik heb er een enorme woordenschat mee opgebouwd. Aanleg en fantasie spelen natuurlijk ook een rol, maar de belangrijkste eigenschap die je moet hebben is inlevingsvermogen. Je moet je helemaal kunnen verplaatsen in de personen van je verhaal. Ook moet je doorzettingsvermogen hebben. Het schrijven van een boek is een lange weg. Het is een proces van vallen en opstaan, van schrijven, de “delete” toets gebruiken en weer opnieuw beginnen.

Maar je kunt het leren. Je kunt cursussen volgen, kijken hoe anderen het doen, zelf iets proberen en dan luisteren naar de kritiek van mensen die er iets vanaf weten.

Maar het belangrijkste is veel, heel veel lezen…

Waarom bent u zo laat begonnen met schrijven?

 

Omdat ik niet wist dat ik schrijven kon. Dat klinkt misschien raar, maar toch is het zo. Ik heb een paar keer een opstel geschreven dat goed genoeg was om voor te lezen voor de klas en er zijn wel eens mensen geweest die zeiden dat ik zulke leuke of mooie brieven schreef, maar verder had ik geen idee dat het in me zat. Pas toen ik aan die toneelstukken voor groep 8 begon en er een paar van werden uitgegeven, rijpte het plan om eens te proberen een echt boek te schrijven. Ik ben begonnen op een gammele typemachine. Dat schoot niet echt op. Ik was dikwijls

ontevreden over een stuk tekst en dan moest ik de hele bladzijde overtypen. Pas toen er een computer het huis binnenkwam, werd het schrijven van een leuke hobby een nog leuker beroep.

 

Wie maakt de tekeningen in uw boeken?

 

Verschillende illustratoren. Het jaar van de heks, Reisbureau Fantasia , Flessenpost, De Kattenkwaadclub, De Klusclub en De Kampeerclub zijn door Thomas Colthof getekend. Ik vind de tekeningen erg leuk en goed bij de verhalen passen. Marjolein Hund heeft het omslag van Tegen mijn wil gemaakt. Zwarte panter is getekend door Peter-Paul Rauwerda

en de omslagfoto van Anne & Anne is gemaakt door Mark Sassen.

Maar het meest trots ben ik op de omslagen van Ontvoerd, Teruggaan kan niet meer , Mist en Zoeken naar Lisa. Ze zijn gemaakt door mijn jongste dochter Marianne Beukenkamp. Neem maar eens een kijkje op haar website:www.mariannebeukenkamp.nl. Je zult zien dat ze niet alleen maar boeken illustreert…  Het is vreselijk leuk om samen met je dochter te kunnen overleggen over hoe het er allemaal uit moet komen te zien. Het is net een klein familiebedrijfje… 

Wat verdient een schrijver?

 

Dat hangt ervan af. Als je heel beroemd bent, genoeg om van te leven. Maar als je minder bekend bent en je wilt toch een goed belegde boterham, dan kun je beter loodgieter worden.

Je ontvangt als schrijver meestal 10% van de verkoopprijs van een boek. Dat lijkt weinig, maar je moet bedenken dat ook de uitgever, de drukker, de boekbinder, de illustrator, de boekhandel en nog zo wat mensen er ook aan moeten verdienen.

Van elk boek worden er een groot aantal gedrukt. Dat heet de oplage van een boek. Die kan variëren van een paar honderd tot vele duizenden exemplaren, afhankelijk van hoeveel de uitgever ervan denkt te kunnen verkopen. Omdat het Nederlandse taalgebied maar klein is, is de oplaag van een boek bij ons ook klein, zeker vergeleken bij Engeland. Engelse boeken kunnen ook in Amerika, Australië en Zuid-Afrika verkocht worden. Een schrijver in Engeland kan al heel gauw van de opbrengst van zijn boeken leven. Schrijvers in Nederland moeten er vaak een baan naast hebben om genoeg geld te verdienen. 

Een klein rekensommetje:

Er worden 5000 exemplaren van een boek gedrukt. Het boek kost  15,- De schrijver krijgt 10%. Dat is  1,50 per boek. Als alle boeken verkocht zijn, en dat kan een jaar, maar ook een paar jaar duren, dan heeft hij 5000 x  1,50 =  7500,- verdiend.

Alleen als je boek vertaald wordt,  in  het Engels, Duits, of Chinees, ga je veel meer verdienen.

 

Wat vindt u zelf uw mooiste boek, en het spannendste en het leukste?

 

Het mooiste? De vlucht van de zeemeeuw. En het is gelijk ook het droevigste. Het gaat over pesten. Niet zo’n leuk onderwerp, maar toch is het mooi en vooral aangrijpend boek geworden. Maar Zoeken naar Lisa vind ik ook heel bijzonder. Het is niet alleen spannend, maar het zet je ook aan het denken.

Mijn spannendste boek vind ik Mijn onvergetelijke ontvoerder en mijn leukste boeken: De Kattenkwaadclub , De Klusclub en De Kampeerclub. Het is een serie van drie delen, waar ik met veel plezier aan heb gewerkt. Al het kattenkwaad dat ik en mijn kinderen hebben uitgehaald is erin verwerkt, en nog veel meer…

Tegen mijn wil is een boek over seksueel misbruik. Het is erg aangrijpend, maar ook heel mooi’.

Nog niet zolang geleden verscheen De jongen achter het masker, een historische roman: over farao Toetankhamon. Het is een dikke pil geworden en ik ben er dan ook lang mee bezig geweest. Dat kwam doordat archeologen telkens nieuwe dingen ontdekten over het leven van Toetankhamon. Daardoor moest ik het verhaal soms ingrijpend veranderen. Toch heb ik er met heel veel plezier aan gewerkt en ik ben ook heel trots op het resultaat.

De meeste van mijn boeken zouden echt gebeurd kunnen zijn, maar sommige zijn toch anders. In een aantal van mijn boeken komen dingen voor die niet in het echt kunnen gebeuren, of toch wel…? Die manier van schrijven wordt Magisch Realisme genoemd. De werkelijkheid wordt vertekend door een andere werkelijkheid die eigenlijk niet kan, maar toch heel geloofwaardig overkomt. Als je zo’n boek wil lezen, ga dan eens op zoek naar deze boeken: Anne & Anne, Het jaar van de heks en Voor eeuwig de jouwe. Dat laatste is een Young Adult boek, dus 14+.

Wat vindt u zo leuk aan schrijven?

 

Het eindeloos fantaseren, het meeleven met de personen uit je boek, het zelf richting geven aan je verhaal. Maar het is ook fascinerend om te ontdekken dat je via alleen maar wat woorden emoties kunt overbrengen. Ik vind het fijn als ik hoor dat kinderen plezier aan een boek van mij hebben beleefd. En als ik merk dat het verhaal ze ook nog aan het denken heeft gezet, kan mijn dag niet meer stuk.

Ik vind schrijven leuker dan lezen. Het is verslavend. Als ik eenmaal gevangen zit in het verhaal kan ik er bijna niet meer ophouden. Het moet af. Desnoods ga ik door tot diep in de nacht.

Het enige nadeel is dat het vrij eenzaam werk is. Ik zit vaak uren achter mijn computer… Maar ik zorg er wel voor dat ik het contact met de wereld om mij heen niet verlies.  Ik heb mijn vrienden en familie, en niet te vergeten mijn bezoekjes aan scholen en bibliotheken, waar ik voorlees en vertel over mijn boeken.

Wil je dat er ook eens een schrijver bij jou op school wordt uitgenodigd? De plaatselijke bibliotheek of de school kan dat regelen via:              
 
http://www.deschrijverscentrale.nl

Bent u nog aan een nieuw boek bezig?

 

Ik ben altijd aan een boek bezig. Is het niet aan een nieuw boek, dan is het wel aan een boek dat ik ter verbetering terug heb gekregen van de uitgever. Er staan dan -tig op- en aanmerkingen in. Hier een tikfoutje, daar een komma vergeten. Deze zin is te lang, dat woord moet daar weg. Dit hoofdstuk is te langdradig, dat karakter is niet goed uitgewerkt.

Net een opstel dat door een meester is nagekeken die met zijn verkeerde been uit bed is gestapt… Vaak heeft de redactrice wel gelijk, maar soms ben ik het niet met haar eens en dan laat ik het staan zoals het er staat.

Dikwijls werk ik aan twee boeken tegelijk. Als ik een beetje vastloop in het ene boek, ga ik verder met het andere. Na een poosje weet ik dan opeens hoe dat ene boek verder moet. Nu De jongen achter het masker af is, ben ik alweer bezig met iets nieuws.

 

Wat is de meest originele vraag die u ooit gesteld is?

 

Een meisje van het Esdalcollege in Emmen vroeg mij eens wat ik in mijn leven zou veranderen, als ik het over zou kunnen doen.

“Ik wou dat ik eerder had ontdekt dat ik kon schrijven,” antwoordde ik toen. “Er is niets leukers dan dat. Bovendien had ik dan veel meer boeken geschreven.”

 

Wat is uw grootste wens?

Dat ik de tijd krijg om alle boeken te kunnen schrijven die nog in mijn hoofd zitten.

Vragen die mij het meest worden gesteld: