Mist

 

Wat vooraf ging:

 

Sinds de dood van Mark gaat Sanne alleen nog maar naar de manege voor Twinkle. Als het paard er niet was geweest, was ze er niet meer heen gegaan. Vroeger was ze elke zaterdag op de manege te vinden. Het was er gezellig. Iedereen was er altijd, ook Mark... Samen poetsen ze de paarden, veegden de stal aan en haalden gekkigheid uit.

Thuis heeft Sanne nooit iets verteld van Mark, uit angst dat haar vader haar zou verbieden hem te zien.

Op een zaterdag gaat Sanne toch weer eens naar de manege. Maar alles is anders nu. Mark is er niet meer en haar vriendinnen doen vreemd afstandelijk tegen haar. Bovendien is, Snowball, het paard van Mark dat sinds een paar dagen op de manege stond, verdwenen. Als ze thuiskomt, wil haar moeder weten hoe ze het heeft gehad.

 

‘Wat heb je allemaal gedaan op de manege?’ vroeg mamma.

‘O, van alles.’ Sanne zuchtte. Ze had een hekel aan al dat gevraag. ‘Ik mocht van Leon voor niks meerijden met de tien uur groep,’ zei ze daarom.

‘Waaraan had je dat verdiend?’

‘Ik weet het niet.’

‘Ik denk dat hij je een beetje wil lijmen om op zaterdag weer te komen helpen. Niemand zorgt zo goed voor de paarden als jij, heeft hij wel eens tegen me gezegd.’

Sanne glimlachte vaag.

‘Heb je op Twinkle gereden?’

Sanne knikte. Zwijgend roerde ze haar chocolademelk. Het liefst ging ze nu naar haar kamer toe, maar ze wilde niet onaardig lijken.

‘Er is een paard verdwenen op de manege,’ verbrak ze de stilte.

‘O, ja?’

‘Toen we vertrokken, was het er nog, maar toen we terugkwamen van de rit was het opeens uit de box verdwenen.’

‘Hoe kan dat nou?’

‘De politie denkt dat het gestolen is.’

‘Wat afschuwelijk. Is het niet gewoon ontsnapt?’

Sanne haalde haar schouders op.

‘Wie steelt er nu een paard uit een manege,’ ging haar moeder verder, ‘en nog wel op klaarlichte dag? Kan het niet zo zijn dat er gewoon iemand een eindje op is gaan rijden, zonder iets te zeggen?’

‘Dat zei de politie ook,’ antwoordde Sanne, ‘maar Leon zegt dat niemand zoiets zou doen.’

‘Misschien is het paard inmiddels teruggevonden,’ zei haar moeder geruststellend.

‘Misschien, ja...’ Sanne blies afwezig in haar beker. Kleine wolkjes damp sloegen over de rand en verdwenen in het niets. Mark en zij hadden er wel eens over gefantaseerd: gewoon stiekem een paard opzadelen en er dan stilletjes mee vandoor gaan. Weg van huis. Weg van alles. Niet meer naar school. Gewoon de wijde wereld in. Zij op Twinkle en Mark op Snowball. Het had hun toen het toppunt van vrijheid geleken...

‘Hoe heet hij?’ onderbrak haar moeder haar gedachten.

Sanne keek haar verward aan. Bijna had ze Mark gezegd, maar ze kon het nog net binnenhouden. ‘O, je bedoelt het paard? Dat heet Snowball.’

‘Grappige naam.’

‘Het is een appelschimmel,’ legde Sanne uit. ‘Je weet wel, zo een met allemaal van die ronde vlekken op zijn lijf. Net sneeuwballen.’

Haar moeder knikte. ‘Hadden ze een tijdje geleden ook niet een paard dat Snowball heette?’

Om niet meteen te hoeven antwoorden, nam Sanne een slok van de hete chocolademelk. Het verspreidde een warm gevoel in haar maag, maar toch kon het de kou van binnen niet verdrijven. ‘Het is hetzelfde paard als toen,’ zei ze zonder haar moeder aan te kijken. ‘Eerst was het een pensionpaard, maar nu is het van de manege. Leon mocht het voor niks hebben. Het stond in een weitje en er werd niet meer op gereden en...’

‘Snowball,’ onderbrak haar moeder haar, ‘was dat niet het paard van die jongen die..?’ Ze maakte de zin niet af.

Met een harde tik zette Sanne haar beker op de tafel en boog haar hoofd diep voorover.

‘Wil je me er niet over vertellen, Sanne?’ vroeg haar moeder zacht.

Ze schudde haar hoofd. ‘Er valt niets te vertellen,’ mompelde ze. Als ze over Mark had willen vertellen, dan had ze dat eerder moeten doen. Nu was het te laat.

Er werd een hand op de hare gelegd. ‘Ik zou je zo graag wat opvrolijken. Ik zou zo graag zien dat je weer het vrolijke meisje van vroeger werd.’

Sanne klemde haar lippen opeen. Als ze nu iets zou zeggen, zou ze in tranen uitbarsten en dan zou ze niet meer op kunnen houden met huilen.

Zachtjes streelde mamma haar hand. ‘Heeft de dood van die jongen.., hoe heet hij ook alweer, je dan zo aangegrepen?’

Met een ruk trok Sanne haar hand onder die van haar moeder vandaan. Ze rende de keuken uit, de trap op, rechtstreeks naar haar kamer. Ze sloeg de deur dicht, draaide de sleutel om en wierp zich languit op haar bed. Hij heette Mark! Mark heette hij! Ze had het wel uit willen schreeuwen, maar het enige wat ze uit kon brengen was een zacht gekreun.

 

Terug naar beginpagina

Terug naar

12+ pagina