Tegen mijn wil

    

Wat vooraf ging:

 

Simone heeft nieuwe buren gekregen: een jong echtpaar met een dochtertje van twee. Ze maakt kennis met hen en het klikt meteen. Al gauw wordt ze gevraagd om op te passen op de kleine Amber. Simone is steeds vaker bij de buren te vinden. De sfeer is veel prettiger dan bij haar thuis, waar haar broertje, Martijn, voor veel spanning zorgt. Hij heeft ADHD en gedraagt zich daardoor vaak onmogelijk.

Op een dag vraagt Simon of Simone meegaat naar een concert. Hij weet dat ze al een aantal jaren vioolles heeft en naar het conservatorium wil en heeft via een bevriende violist twee kaartjes gekregen voor een vioolconcert. Simone geniet van de muziek. In de pauze biedt Simon haar wijn aan. Als het concert is afgelopen en ze naar de auto willen lopen, klettert het van de regen. Ze wachten tot het droog is, maar voordat ze de auto hebben bereikt, begint het opnieuw te hozen. Drijfnat komen ze bij de auto aan.

 

De sloten van de deuren sprongen open en ik dook de auto in. Simon haastte zich naar de andere kant en schoof achter het stuur.

 ‘Ik ben nat tot op mijn huid,’ zei ik. Ik trok de dunne stof die aan mijn dijen plakte omhoog en kneep erin. Er vielen een paar druppels uit.

 Simon reikte naar de achterbank en trok een badlaken uit een sporttas die daar lag. ‘Trek dat jasje uit,’ zei hij kort, ‘ik wil niet dat je kou vat.’

 Ik deed wat hij zei.

 Simon begon mijn armen af te drogen. Daarna mijn nek en gezicht. Ik liet hem begaan. Ik moet toegeven dat de zachte stof van het badlaken over mijn huid me opwond. Maar toen hij aan de halsuitsnijding van mijn jurk begon, duwde ik zijn hand weg. ‘Dat doe ik zelf wel,’ zei ik haastig.

 Hij knikte. ‘Sla de handdoek maar om, als je klaar bent.’

 ‘En jij dan?’

 ‘Ik heb nog een T-shirt bij me,’ antwoordde hij. In één beweging trok hij zijn natte overhemd over zijn hoofd uit en begon er de beslagen ramen mee schoon te vegen. Terwijl ik deed of ik mijn haar afdroogde, gluurde ik stiekem naar zijn ontblote bovenlijf. De huid was nog vochtig en glom een beetje. Ik zag hoe de spieren op zijn rug en armen zich spanden en weer ontspanden. Toen hij voor mij langs naar het zijraam aan mijn kant reikte, kruiste zijn blik even de mijne. Met het badlaken tegen mijn borst gedrukt en mijn rug stijf tegen de rugleuning van mijn stoel wachtte ik tot hij klaar was. Het kreukelige overhemd gooide hij op de achterbank. Vervolgens haalde hij het T-shirt uit zijn sporttas en trok het aan. ‘Zo en nu gauw naar huis,’ zei hij.

 Op de terugweg zeiden we niet veel tegen elkaar. Mijn gedachten waren bij wat er die avond met me gebeurd was. Ik had natuurlijk genoten van de muziek, maar er was meer. Als ik met mam naar een concert ging dan had ik een heerlijke avond, maar met Simon erbij… Het was eigenlijk niet te vergelijken. Zijn gezelschap had de avond als het ware een extra dimensie gegeven. Het was of ik de muziek veel intenser had beleefd dan anders. De klanken waren niet alleen om me heen, maar mijn hele lichaam was muziek. Misschien kwam het door de wijn? Hoewel de regen me grotendeels had ontnuchterd, was mijn hoofd nog steeds niet helemaal helder.

 

Toen we de oprit van Simons huis op reden, waren alle lichten uit. Alleen de buitenlamp bij de voordeur brandde.

 ‘Slaapt Barbara al?’ vroeg ik.

 ‘Ik denk het wel,’ antwoordde Simon. ‘Als ze hoofdpijn heeft gaat ze altijd vroeg naar bed. Ik hoop dat het morgen over is. Ze hoeft gelukkig niet naar haar werk, maar Amber is elke ochtend vroeg wakker. Dus van uitslapen komt ook niet veel.’

 ‘Ik moet morgen weer naar school, anders had ik Amber wel op willen vangen. Maar ik ben om twee uur uit. Dan ga ik wel even bij Barbara langs.’

 ‘Dat is lief van je.’ Met de rug van zijn hand streelde Simon even langs mijn wang.

 Ik rilde.

 ‘Je hebt het toch niet koud?’ vroeg hij.

 ‘Nee, hoor.’ Ik was blij dat het donker was, zodat hij mijn verwarring niet kon zien. Haastig stapte ik uit, het badlaken in de auto achterlatend. Het had hier ook geregend. Het was een stuk frisser dan toen we weg waren gereden. Losjes sloeg ik mijn jasje om. Het hing als een vod om mijn schouders.

 Simon was ook uitgestapt. ‘Ik loop nog even met je mee,’ zei hij.

 ‘Dat hoeft niet, hoor, ik kom zelf wel thuis.’

 ‘Geen sprake van, ik lever je bij de voordeur af.’

 Ik sputterde nog even tegen, maar Simon was onverbiddelijk. Onze voetstappen knarsten over het grind en een ogenblik later stonden we op onze oprit. Pap en mam waren nog op. Ze zaten tv te kijken en zagen ons niet aankomen. Toen we bij de voordeur stonden, draaide ik me naar hem om en bedankte hem voor de heerlijke avond.

 ‘Is dat alles?’ vroeg hij. ‘Kan er geen kus af?’

 Ik hield mijn adem in. In het licht dat door het zijraam naar buiten scheen zag ik hem met een scheef lachje op me neer kijken. Waarom ook niet, dacht ik opeens. Ik legde mijn handen op zijn schouders, ging op mijn tenen staan en wilde een kus op zijn linkerwang drukken. Hoe het gebeurde weet ik niet, maar plotseling waren zijn lippen op de mijne en zijn armen om me heen. Ik was te verbouwereerd om hem af te weren.

 ‘Ik heb in tijden niet zo’n fijne avond gehad,’ fluisterde hij. Op dat moment ging het licht in de gang aan. Meteen liet hij me los. Mam deed de deur open.

 ‘Waarom komen jullie niet binnen?’ was het eerste dat ze vroeg.

 ‘We stonden nog even te praten,’ antwoordde Simon. Zijn stem klonk beheerst en zijn gezicht was ontspannen, alsof er niets was gebeurd.

 Mams ogen gleden over ons heen. ‘Wat zijn jullie nat!’ riep ze uit.

 Simon lachte kort. ‘Toen we naar de auto liepen, kregen we een vreselijke plensbui over ons heen en...’

 ‘Kom dat binnen maar vertellen,’ viel mam hem in de rede. ‘Zo vatten jullie nog kou.’

 Simon schudde zijn hoofd. ‘Het is al laat. Morgen moet ik weer vroeg op. Ik heb alleen Simone nog even thuisgebracht.’

 ‘Dat is heel attent van je.’

 Ik luisterde niet naar wat mam verder zei, maar schoof langs haar heen naar binnen. ‘Ik ga wat droogs aantrekken,’ zei ik haastig. ‘Nog bedankt, hè,’ zei ik tegen Simon.

 Ik zag nog net dat hij zijn hand opstak, toen sprintte ik met twee treden tegelijk de trap op. Eenmaal op mijn kamer drong wat er gebeurd was pas echt tot me door. Simon had me gekust. Ik probeerde na te denken, maar mijn hoofd was leeg. Morgen, kon ik alleen maar denken, nu ben ik te moe. Ik sloot de gordijnen en begon me uit te kleden. Mijn natte kleren liet ik gewoon op de grond vallen.

 

Terug naar beginpagina

Terug naar

12+ pagina